Definities

De wereld van apps kent allerlei begrippen. Voor de een duidelijk, voor de ander volstrekt onbekend. Op deze pagina beschrijven we enkele van de meest gebruike definities en begrippen in ons werk. Deze lijst wordt nog aangevuld.

Lijst van definities

App - Een programma, vaak bedoeld voor smartphones en/of tablets. Veelgebruikte afkorting voor applicatie. Simpelweg is een app een stukje software dat is gericht op een bepaalde toepassing.

Android - Een besturingssysteem voor mobiele telefoons, tablets, wearables en meer, gebaseerd op de Linuxkernel en Java. Android is sinds 2005 eigendom van Google.

iOS - Het besturingssysteem van Apple. iPhones en iPads maken gebruik van iOS.

Native app - Een app die speciaal ontwikkeld is om te draaien op een bepaald platform en device, zoals Android en iOS.

Webapplicatie - Een applicatie die op een webserver draait en via een webbrowser kan worden gebruikt.

Crossplatform - Een applicatie die op elk platform te gebruiken is, ontwikkeld in talen specifiek voor crossplatform ontwikkeling, zoals ReactNative en Flutter.

MVP - Afkorting voor Minimum Viable Product. Een MVP is een eerste, uitgeklede versie van een product, waarmee bepaald wordt of dat product rendabel of levensvatbaar is. Zie een MVP als een vroege testversie.

Cases - Verhalen over 'onze' apps waar we trots op zijn.

Core business - Processen binnen een bedrijf die dicht bij de kern zitten. Dus, cruciale en belangrijke zaken waar een app écht impact kan maken.

Tekentafel - De ontwerpfase bij Webuildapps, waarin veel informatie en antwoorden worden verzameld en een ontwerp van de apps wordt gemaakt.

Bouw - De realisatiefase bij Webuildapps, waarin de apps technisch tot leven worden gebracht.

Onderhoud - Zie onderhoud als een APK van je auto.

SLA - Afkorting voor Service Level Agreement. Simpelweg een set aan afspraken over wat voor service en onderhoud er wordt gedaan en op welk moment.

Duurzaam - Met duurzaam bedoelen wij een applicatie die technisch goed in elkaar steekt, zodat hij de komende jaren goed kan worden onderhouden en doorontwikkeld.

High-end - Native applicaties die zich meten met de top in kwaliteit. Goed doordacht, vernieuwend én praktisch in gebruik.

Impact - Impact betekent voor ons dat een organisatie daadwerkelijk (veel) resultaat ziet van de applicatie. Het moet onmisbaar gereedschap zijn voor de eindgebruiker.

Smartphone - Mobiele telefoon waar apps op kunnen draaien.

Wireframe - Eerste, vroege uitwerking van een scherm/design om te toetsen of het aansluit bij de verwachtingen.

Hardware - Apparatuur, bijvoorbeeld een computer, kasdekwasser of robot.

Software - Een programma wat kan draaien op bijvoorbeeld een computer of smartphone.

Backend - Achterliggende logica van een app of systeem wat ervoor zorgt dat het werkt.

Frontend - De voorkant van een app of systeem, hetgene wat de gebruiker ziet.

App review - Proces wat Apple en Google doorlopen wanneer je een app of app update wil publiceren.

iPhone - Een smartphone geproduceerd door Apple.

Device - Hardware waar software op staat of kan staan.

App ontwikkelaar - Een persoon of organisatie die zich bezighoudt met het ontwikkelen en onderhouden van apps. Webuildapps is een app ontwikkelaar.

User interface - Uiterlijk van een app. Maakt de interactie tussen de gebruiker en het systeem mogelijk.

User experience - De interactie an sich die de gebruiker heeft met het systeem. Ookwel 'gebruikerservaring'. UX richt zich op alles wat te maken heeft met een prettige ervaring voor de gebruiker.